Presentation of Katwijk Marina

De zeejachthaven wordt gerealiseerd aan de noordkant van de uitwatering van de Oude Rijn. Het uitwateringskanaal zelf wordt opgenomen binnen de golfbrekers van de jachthaven.
Hiermee wordt bereikt dat de uitwatering plaatsvindt op een afstand van 650 meter voor de kust en niet langer op het strand zelf. In tijden van grote regenval, waarbij riooloverstorten in werking kunnen treden, heeft dit een positief effect op de waterkwaliteit van de Katwijkse zwemstranden.

De havenmond is dusdanig vormgegeven dat de golven vanaf zee niet door kunnen dringen in het havenbekken zelf. Voor de schepen betekent dit een invaart vanuit het noorden, waarna binnen de golfbrekers een draai gemaakt moet worden van bijna 180 graden om zo de haven binnen te lopen. De waterdiepte die in de ingang en in de haven onderhouden wordt bedraagt NAP – 6 meter.

In de haven zelf is plaats voor 650 motor- en zeiljachten met een range aan afmetingen die representatief is voor zeejachten in de Noordzee.

Daarnaast is plaats voor kleine visserij (circa 12-15 Eurokotters), sportvisserij (circa 300 boten) en rondvaartschepen. Tevens is er een KNRM ligplaats voorzien.

Het havenbekken wordt aan de westkant en de noordkant beschermd door een golfbreker. Aan de zeezijde bestaat deze dam uit losse betonnen elementen, en aan de havenzijde is de dam toegankelijk door middel van een toegangsweg en parkeervoorzieningen.

In het ontwerp van deze golfbreker is rekening gehouden met een beperkte golfoverslag over de dam om de kruinhoogte (en daarmee de visuele afscherming) zo laag mogelijk te houden. Dit betekent dat de voorzieningen aan de havenkant van de dam bij zware stormen ontruimd moeten worden om waterschade te voorkomen.

De sterkte van de dam is dusdanig dat deze zonder noemenswaardige schade een ontwerpstorm met een kans van voorkomen van eens per 10.000 jaar kan weerstaan. Deze hoge sterkte van de dam is noodzakelijk voor de veiligheid van de woningen die aan de landkant van de haven voorzien zijn.

Aan de landzijde van de haven zijn woningen voorzien. Deze woningen zijn buitendijks gelegen, maar het ontwerp (maaiveldhoogte en sterkte oeverconstructie) zijn dusdanig dat het veiligheidsniveau van deze woningen tegen overstromingsrisico’s gelijkwaardig is aan woningbouwlocaties in het achterland. In het ontwerp wordt gerekend met een stijging van de zeespiegel in de komende eeuw van 60 centimeter.

Om grote aanzanding in de havenmond te voorkomen wordt de golfbreker aan de zuidkant uitgebouwd tot een waterdiepte van NAP – 6 meter. Dit betekent dat de kop van deze havendam ongeveer 650 meter de zee in steekt. De kruinhoogte van de dam bedraagt NAP + 8 meter, zodat het zicht vanaf de bestaande boulevard op de open zee niet wordt geblokkeerd. Deze golfbreker bestaat uit losse betonnen elementen en is niet toegankelijk voor het publiek.

De inpassing van de haven in het zandige systeem van de kust van Zuid-Holland is vergelijkbaar met de bestaande haven van Scheveningen. In Scheveningen steekt de haven ongeveer even ver in zee, terwijl de diepte van de haven ongeveer een meter meer is.

Dit betekent dat zowel aan de zuidzijde als aan de noordzijde van de jachthaven een verbreding van het strand verwacht wordt. In de hoeken bij de havendammen kan deze verbreding oplopen tot meer dan 100 meter. Aan de zuidkant is het effect van de strandverbreding merkbaar over een afstand van minstens een kilometer. Aan de noordkant is de kuststrook die profiteert van de haven ongeveer de helft (500 meter).

Door de strandverbreding treedt een verbetering op van de gebruiksmogelijkheden van de bestaande boulevard van Katwijk. Zo kan gedacht worden aan verbreding van de boulevard of, in de noordhoek, aan de ontwikkeling van jonge duinen.

De verbreding van het strand zal in elk geval een verbetering van de kwaliteit van het badstrand tot gevolg hebben, toch zeker in combinatie met de eerder genoemde kwaliteitsverbetering van het zwemwater omdat de uitmonding van de Oude Rijn niet meer op het strand plaatsvindt.

Ook de veiligheid van de waterkering neemt als gevolg van de aanleg van de zeejachthaven toe. In het ontwerp is er echter voor gekozen om de aanleg van de jachthaven niet te koppelen aan de versterking van de zwakke schakel Katwijk. Dit omdat de verwachting is dat de jachthaven weliswaar een bijdrage kan leveren aan de veiligheid, maar dat deze bijdrage onvoldoende is om als enkelvoudige oplossing voor de zwakke schakel te volstaan.

De uitbouwlengte van de golfbreker zou aanzienlijk groter moeten zijn (orde van grootte een kilometer) om over de hele lengte van de zwakke schakel een voldoende veiligheidstoename te bewerkstelligen.

Ondanks deze loskoppeling tussen de jachthaven en het actuele ‘zwakke schakel’ project blijft op de lange termijn uiteraard een positieve werking van de aanwezigheid van de jachthaven op de veiligheid van de Katwijkse kust uitgaan.

Na de aanleg van de jachthaven zal de strandverbreding aan weerszijden, en vooral aan de zuidkant, zich op natuurlijke wijze in de loop van een aantal jaren ontwikkelen. De strandverbreding voor de boulevard, en in mindere mate ook aan de noordkant van de jachthaven, kan gezien worden als een compensatie voor het verlies aan strand dat optreedt ter plaatse van de jachthaven zelf.

De kustaangroei aan de noordkant van de haven wordt verderop gevolgd door een zone met erosie, toch zeker in de eerste jaren na aanleg van de jachthaven. Op de langere termijn zal het transport van zand langs de kust voor het overgrote deel om de jachthaven heen stromen, waardoor de erosiezone afneemt.

De uitwateringssluis van de Oude Rijn profiteert van de aanwezigheid van de jachthaven. Het veiligheidsniveau van deze sluis is momenteel onvoldoende om de te verwachten golfaanval bij zware stormen te kunnen weerstaan.
Na aanleg van de havendammen komt deze sluis in de luwte te liggen, waardoor de golfaanval afneemt en de bestaande constructie naar verwachting voldoende veilig is zonder verdere maatregelen te nemen.