Geobserveerde morfologische ontwikkeling Hondsbossche Duinen 10 jaar na voorspellingen Svašek

Svašek Hydraulics is betrokken geweest bij het ontwerp van de Hondsbossche Duinen, een kustversterking voor de Hondsbossche en Pettemerzeewering. Als onderdeel van het tender team van Van Oord en Boskalis, heeft Svašek voorspellingen gemaakt van de morfologische ontwikkeling van deze grootschalige suppletie.

Nu, verschillende jaren na de aanleg van de Hondsbossche Duinen, heeft onze collega Anna Kroon een paper gepubliceerd over de geobserveerde morfologische veranderingen sinds toen.

Hoofdpunten:

  • Het netto volumeverlies uit het projectgebied is minder dan 5% van het gesuppleerde zandvolume.
  • De helling van de brandingszone past zich binnen twee winters aan naar een vergelijkbare helling als de aanliggende kust.
  • De initieel brede stranden (tot 225 m) worden gereduceerd tot zo'n 100 m breed, vergelijkbaar met de aanliggende kust.
  • Het duinvolume neemt jaarlijks met gemiddeld 30 m3/m toe maar dit kan lokaal wel 60 m3/m zijn.
  • Het duinvolume is toegenomen en de duinvoet heeft zich zeewaarts verplaatst over de gehele suppletie, ongeacht of er lokaal onderwater erosie of sedimentatie optreedt.

Download hier het volledige paper Subaqueous and Subaerial Beach Changes after Implementation of a Mega Nourishment in Front of a Sea Dike.

Combinatie Sweco-Svašek werkt aan dijk- en duinversterking Schiermonnikoog

Om ervoor te zorgen dat we in Nederland de gevolgen van klimaatverandering het hoofd kunnen bieden, worden onze dijken en duinen getoetst op veiligheid. Zo ook de dijk en duinen van Schiermonnikoog. Uit onderzoek blijkt dat zowel de zeedijk, als een deel van het duintracé, toe zijn aan versterking. Om ook in de toekomst droge voeten te houden. In opdracht van Wetterskip Fryslân gaat Sweco samen met Svašek Hydraulics de verkenningsfase ondersteunen.

Een Schier perspectief

De combinatie Sweco-Svašek geeft vorm aan de verkenningsfase van dit unieke project. Vanuit de thema’s techniek en omgeving gaat deze combinatie in nauwe samenwerking met Wetterskip Fryslân, gebiedspartners en stakeholders, varianten en een uiteindelijk voorkeursalternatief schetsen. Passend binnen de aanpak van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), de nieuwe Omgevingswet en de duurzaamheidseisen van Wetterskip Fryslân.

Dit project is uniek omwille van verschillende facetten. Zo werken we aan én op een eiland waarbij er een sterke verbinding is met de omgeving: alles hangt met elkaar samen. Het project bevindt zich daarnaast in, en rondom een Natura 2000-gebied. Slimme technische oplossingen zijn vanwege deze unieke omstandigheden noodzakelijk. Voor het slagen van dit project is een nauwe samenwerking met de omgeving en omgevingsmanagement daardoor minstens zo belangrijk.

Werk met werk maken

Naast de voorgenomen dijk- en duinversterking zijn er verschillende andere opgaven en initiatieven op Schiermonnikoog. Denk aan opgaven voor de verduurzaming van de landbouw, ontwikkeling van de kwelders en drinkwaterwinning/verdroging in de duinen. Sweco-Svašek helpt in de verkenning mee om slimme en efficiënte oplossingen ter tafel te brengen die de overlast beperken, werk met werk creëren en daarmee kostenbesparend zijn.

Svašek zal binnen de combinatie het ontwerp van het duin op zich nemen. Sweco is al jaren nauw betrokken bij het demonstratieproject De Brede Groene Dijk. Hier werken ze aan een duurzame groene dijk met materiaal dat ter plaatse aanwezig is. Dit deels in en nabij Natura2000-gebied. Samen, en met de schouders eronder, gaan we ook deze uitdaging aan om ook Schiermonnikoog te helpen duurzaam toekomstbestendig te maken.

Van concretisering naar verkenning

Op dit moment bevindt de combinatie Sweco-Svašek zich in de concretiseringsfase. En worden onze ingediende plannen naast het plan van Wetterskip Fryslân gehouden om samen te komen tot een definitief plan. Volgens planning starten in augustus dit jaar de werkzaamheden voor de verkenning.

© Foto Beeldbank RWS / Joop van Houdt

Nieuwe debietsgegevens op de Rijntakken – afgeleid via Qf relaties opgesteld door Svašek-Boorsma – ingebed in Landelijk Meetnet Water

Debieten op de Bovenrijn, Waal, Pannerdensch Kanaal, IJssel (en Nederrijn bij hoge afvoeren) worden niet continue gemeten, maar afgeleid van waterstanden door middel van zogenaamde Qf-relaties. Qf relaties zijn in beginsel Qh relaties: bij een bepaalde gemeten waterstand (h) hoort een debiet (Q). De werkelijkheid maakt deze relatie echter complex: door hysterese, stuwwerking, maar ook door veranderingen in de tijd als bodemveranderingen en nieuwe rivierwerken. Al deze factoren dienen in de relaties meegenomen te worden, vandaar dan ook de term Qf.

De relaties die tot begin dit jaar worden gebruikt in Landelijk Meetnet Water (LMW) - en dus ook de officiele berichtgeving van Rijkswaterstaat - zijn afgeleid in 2009 en gebaseerd op verouderde data en inzichten. Svašek Hydraulics heeft in opdracht van Ingenieursbureau Boorsma nieuwe Qf relaties voor Rijkswaterstaat afgeleid voor de Bovenrijn, Waal, Pannerdensch Kanaal, Nederrijn en IJssel, dit op basis van debiets- en waterstandsdata vanaf 1993, en een veelheid van numerieke stromingssimulaties.

De nieuwe relaties zijn nu verwerkt in de operationele systemen van Rijkswaterstaat: dit is goed nieuws omdat nu iederen automatisch gebruik maakt van de verbeterde debietsbepaling. In de praktijk betekent dit dat de debieten bij een gegeven waterstand anders zullen zijn dan in het verleden. Voor bijvoorbeeld de Bovenrijn bij Lobith zullen voor een gegeven waterstand lage afvoeren nog wat lager worden, maar hoge afvoeren dan weer beduidend hoger, zie validatie in figuur 2 voor de periode 2017-2018.

De overstap op de nieuwe relaties in LMW is niet helemaal vlekkeloos verlopen, zoals duidelijk te zien is in de reeksen zoals die nu van bijvoorbeeld Waterinfo zijn te downloaden (zie figuur 3). Begin februari is de overstap naar de nieuwe Qf gemaakt, terug te zien als een ‘stapje’ in de grafieken. Overigens niet in de Nederrijn reeks, waarvoor het signaal direct gebaseerd is op metingen (ADM). Halverwege maart is weer een stap te zien in de grafieken voor Bovenrijn en Pannerdens Kanaal. Navraag bij Rijkswaterstaat leert dat de stuwcorrectie zoals die in de qf-relaties aanwezig is, toen pas aangezet is. Deze correctie verdisconteert het feit dat stuwwerking op de Nederrijn bij eenzelfde waterstand (h) voor een lagere afvoer (Q) zorgt op de Bovenrijn en het Pannerdens Kanaal. Het aanzetten van de correctie leidt dus direct tot lagere debieten op die takken. Hoewel stuwwerking de debieten op de Waal en IJssel wel degelijk beïnvloedt, is er geen effect op de qh-relatie, wat terug te zien is in het ontbreken van een stap in deze afvoerreeksen (maar wel enkele nan-waarden).

Bijzonder nieuws dus en Svašek is er trots op bij te hebben mogen dragen aan de afvoergegevens van de grote rivieren zoals die nu in heel Nederland gebruikt worden.

Figuur 1: Luchtfoto Rijntakken (© Photo Beeldbank RWS / Joop van Houdt).

Figuur 2: Validatie van nieuwe Qf18 in vergelijking met metingen 2017-2018 en de oude Qf2008. Bron: Svašek/Boorsma onderzoeksrapport, 2019.

Figuur 3: Afvoer tijdseries Rijntakken. Databron: waterinfo.rws.nl.